Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- verklaart het verzet gegrond;
- wijst het verzoek om herziening van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 mei 2015 uitspraak gedaan in een verzetprocedure. Verzoeker had eerder een verzoek om herziening ingediend tegen een uitspraak van de Raad van 25 oktober 2013, waarin zijn beroep tegen een besluit van de Sociale Verzekeringsbank (Svb) werd afgewezen. De Raad had in een eerdere uitspraak op 1 augustus 2014 het verzoek om herziening niet-ontvankelijk verklaard, omdat het verschuldigde griffierecht niet was betaald en verzoeker in verzuim was. Echter, in het verzet is gebleken dat verzoeker niet in verzuim is geweest, waardoor het verzet gegrond werd verklaard. Dit leidde tot de verval van de eerdere uitspraak en het voortzetten van het onderzoek in de stand waarin het zich bevond.
Met betrekking tot het verzoek om herziening heeft de Raad de gronden van verzoeker beoordeeld. De eerste grond berustte op een onjuiste uitleg van de eerdere uitspraak, maar deze kon niet leiden tot toewijzing van het verzoek. De tweede grond betrof de rechtsbijstand door een derde, maar ook hier werden geen feiten of omstandigheden aangevoerd die tot toewijzing konden leiden. De Raad heeft daarom het verzoek om herziening afgewezen. De proceskosten werden niet toegewezen, aangezien er geen aanleiding was voor een veroordeling in de kosten van het verzet of het verzoek om herziening.