ECLI:NL:CRVB:2015:1463
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.E. Bakker
- G. Zeben-de Vries
- C.J. Borman
- Rechtspraak.nl
Geen recht op uitkering op grond van de Wet WIA na zorgvuldig verzekeringsgeneeskundig onderzoek
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant, die werkzaam was als inner sales manager en op 23 september 2010 uitviel vanwege psychische klachten. Appellant heeft naast psychische ook lichamelijke klachten en heeft een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). Na een verzekeringsgeneeskundig onderzoek heeft het Uwv vastgesteld dat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt is, waardoor hij geen recht op uitkering heeft. Dit besluit is door appellant bestreden, maar de rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, waarbij zij oordeelde dat het onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd.
In hoger beroep herhaalt appellant zijn standpunt dat het medisch onderzoek onzorgvuldig is geweest en dat zijn klachten onvoldoende zijn meegewogen. Hij heeft een brief van zijn psychiater overgelegd, waarin wordt gesteld dat hij lijdt aan een aanpassingsstoornis en andere psychische aandoeningen. Het Uwv heeft echter in een rapport van 23 maart 2015 geconcludeerd dat de eerder vastgestelde belastbaarheid van appellant niet gewijzigd hoeft te worden. De Centrale Raad van Beroep heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd, waarbij werd geoordeeld dat de verzekeringsartsen voldoende rekening hebben gehouden met de psychische en lichamelijke klachten van appellant.
De Raad heeft vastgesteld dat er geen nieuwe medische stukken zijn ingediend die de eerdere conclusies van de verzekeringsartsen ondermijnen. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat de FML van 29 juni 2012 de beperkingen van appellant adequaat weergeeft. De Raad concludeert dat het hoger beroep niet slaagt en bevestigt de aangevallen uitspraak, waarbij het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.