ECLI:NL:CRVB:2015:1431
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- M.T. Boerlage
- M.C.D. Embregts
- Rechtspraak.nl
Uitleg en uitvoering van een vaststellingsovereenkomst in het ambtenarenrecht met betrekking tot ontslag en FPU-regeling
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam, waarbij de Centrale Raad van Beroep zich buigt over de uitleg en uitvoering van een vaststellingsovereenkomst tussen appellant, een voormalig ambtenaar, en het college van burgemeester en wethouders van Hellevoetsluis. Appellant was sinds oktober 1980 werkzaam bij de gemeente en had een vaststellingsovereenkomst getekend waarin afspraken waren gemaakt over zijn ontslag en de bijbehorende financiële compensatie. De overeenkomst voorzag in een buitengewoon verlof en eervol ontslag per 1 februari 2011, met de belofte dat appellant financieel gecompenseerd zou worden tot zijn 65e levensjaar, mits hij gebruik zou maken van de Flexibel Pensioen en Uittreden-regeling (FPU-regeling).
Appellant verzocht het college om volledige compensatie voor de korting op zijn FPU-uitkering die voortvloeide uit zijn bijverdiensten als wethouder. Het college weigerde dit verzoek, wat leidde tot een juridische procedure. De Raad oordeelt dat het college de overeenkomst correct heeft geïnterpreteerd en uitgevoerd. De Raad stelt vast dat de afdrachtregeling voor bijverdiensten correct is toegepast en dat appellant niet recht heeft op volledige compensatie voor de korting op zijn FPU-uitkering. De Raad wijst erop dat de overeenkomst rekening hield met mogelijke bijverdiensten en dat appellant zelf heeft gekozen om extra inkomsten te genereren.
De rechtbank heeft het beroep van appellant ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep bevestigt deze uitspraak. De Raad concludeert dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten, en het hoger beroep van appellant wordt afgewezen.