Uitspraak
31 juli 2013, 12/2793 (aangevallen uitspraak)
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 april 2015 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Holland. Appellant, die zich op 20 april 2009 ziek meldde vanwege fysieke klachten gerelateerd aan een whiplash, was in geschil over de toekenning van een loongerelateerde WGA-uitkering en de indeling in de arbeidsongeschiktheidsklasse van 35 tot 80%. De Raad oordeelde dat de arbeidskundige rapporten voldoende gemotiveerd waren en dat appellant in staat was de geselecteerde functies te vervullen, ondanks zijn beperkingen. De rechtbank had eerder het beroep van appellant ongegrond verklaard, en de Raad onderschreef deze conclusie. Appellant had aangevoerd dat zijn beperkingen waren onderschat en dat er een urenbeperking in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) opgenomen moest worden. De Raad oordeelde echter dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep de beperkingen correct had vastgesteld en dat er geen medische argumenten waren om af te wijken van het primaire oordeel. De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak en wees het verzoek om vergoeding van wettelijke rente af, maar veroordeelde het Uwv tot vergoeding van de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 2.205,-.