ECLI:NL:CRVB:2015:1389
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- W.H. Bel
- W.F. Claessens
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand na ontdekking hennepkwekerij
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 april 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De zaak betreft de intrekking en terugvordering van bijstand aan een betrokkene die sinds 4 januari 2011 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand. De aanleiding voor de intrekking was de ontdekking van een hennepkwekerij op het woonadres van de betrokkene op 17 november 2011. De fraudespecialist van Stedin Netbeheer BV had aangifte gedaan van diefstal van elektriciteit en stelde vast dat er drie hennepoogsten hadden plaatsgevonden. Appellant, het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, heeft de bijstand van de betrokkene ingetrokken en de gemaakte kosten van bijstand teruggevorderd, wat leidde tot een geschil dat uiteindelijk bij de Centrale Raad van Beroep terechtkwam.
De rechtbank had in een eerdere uitspraak geoordeeld dat de intrekking en terugvordering niet volledig gerechtvaardigd waren, omdat niet was aangetoond dat er drie hennepoogsten hadden plaatsgevonden. Appellant ging in hoger beroep en voerde aan dat de bevindingen van de fraudespecialist voldoende bewijs boden voor de intrekking en terugvordering. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de bevindingen van de fraudespecialist, die als deskundige werd aangemerkt, aannemelijk maakten dat er inderdaad drie hennepoogsten waren geweest. De Raad concludeerde dat de eerdere uitspraak van de rechtbank niet juist was en vernietigde deze, waarbij het beroep van appellant ongegrond werd verklaard.
De uitspraak benadrukt het belang van deskundige rapportages in zaken van fraude en de rol van bewijsvoering in het bestuursrecht. De Raad oordeelde dat de betrokkene onvoldoende bewijs had geleverd om de bevindingen van de fraudespecialist te weerleggen, en dat de intrekking van de bijstand en de terugvordering van de kosten terecht waren.