ECLI:NL:CRVB:2015:1360
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.F. Bandringa
- E.C.R. Schut
- C.H. Rombouts
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstandsuitkering op grond van artikel 54, vierde lid van de WWB na verwijtbaar verzuim van appellant
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 april 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De appellant ontving sinds september 2011 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Het college van burgemeester en wethouders van Kollumerland c.a. heeft de bijstandsuitkering van de appellant opgeschort en later ingetrokken, omdat hij verzuimd had om binnen de gestelde termijn de gevraagde bankafschriften te overleggen. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant niet tijdig de gevraagde gegevens heeft ingeleverd en dat het college op grond van artikel 54, vierde lid, van de WWB bevoegd was om de bijstand in te trekken. De Raad heeft geoordeeld dat de appellant geen rechtsmiddel heeft aangewend tegen het opschortingsbesluit en dat de intrekking van de bijstand rechtmatig was. De Raad heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigd en geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten.