ECLI:NL:CRVB:2015:1277
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning bijstand aan alleenstaande in inrichting onder de Wet werk en bijstand
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 april 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toekenning van bijstand aan een appellant die in een beschermde woonvorm verblijft. De appellant had zich op 6 juli 2012 gemeld voor bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB) en verbleef in een instelling die door Justitie was aangemeld voor beschermd wonen. Het college van burgemeester en wethouders van Roermond had de bijstand toegekend naar de norm voor een alleenstaande in een inrichting, maar de appellant betwistte dat de stichting waarin hij verbleef als een inrichting kon worden gekwalificeerd. De Raad oordeelde dat de stichting, die slaapgelegenheid biedt en hulpverlening en begeleiding gedurende meer dan de helft van ieder etmaal, wel degelijk als een inrichting moet worden aangemerkt volgens de WWB. De Raad verwierp het beroep van de appellant op het gelijkheidsbeginsel, omdat hij niet had aangetoond dat andere gemeenten in vergelijkbare situaties een andere uitvoering van de bijstandsverlening hanteerden. De uitspraak van de rechtbank Limburg werd bevestigd, en het hoger beroep van de appellant werd ongegrond verklaard.