ECLI:NL:CRVB:2015:126
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de arbeidsongeschiktheid en WIA-uitkering van appellant na medisch onderzoek
In deze zaak gaat het om de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van appellant in het kader van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). Appellant had eerder een loongerelateerde WGA-uitkering ontvangen, maar het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft na een herbeoordeling vastgesteld dat zijn arbeidsongeschiktheid was verminderd tot minder dan 35%. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat de verzekeringsartsen de beoordeling niet mochten baseren op een eerder rapport van psychiater H. Kondakçi, omdat dit rapport 16 maanden oud was. Hij stelde dat recentere informatie van zijn psycholoog drs. C. Tunca meer relevant was.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het medisch onderzoek door de verzekeringsartsen zorgvuldig is uitgevoerd. De Raad oordeelde dat de informatie van psycholoog Tunca niet leidde tot een andere conclusie over de beperkingen van appellant. De Raad bevestigde dat de vastgestelde beperkingen correct waren en dat de functies die aan de schatting ten grondslag lagen, medisch passend waren voor appellant. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en het hoger beroep van appellant werd afgewezen.
De uitspraak werd gedaan door J.P.M. Zeijen, met B. Rikhof als griffier, en vond plaats op 23 januari 2015.