ECLI:NL:CRVB:2015:1243
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsongeschiktheid in het kader van de Ziektewet na herbeoordeling door het Uwv
In deze zaak heeft appellant zich medio 2012 ziek gemeld vanuit een uitkeringssituatie ingevolge de Werkloosheidswet. Per 11 december 2012 heeft het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) appellant niet langer arbeidsongeschikt geacht voor zijn werkzaamheden als montagemedewerker. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen het besluit van het Uwv ongegrond verklaard, waarbij werd overwogen dat de verzekeringsartsen appellant hebben onderzocht en dat er geen medische objectieve oorzaken voor zijn klachten zijn gevonden. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat zijn klachten en beperkingen door het Uwv zijn onderschat, maar de Centrale Raad van Beroep onderschrijft het oordeel van de rechtbank. De Raad concludeert dat de informatie die appellant heeft overgelegd, geen ernstige medische problemen of behandelingen aantoont en dat deze informatie betrekking heeft op een periode na de in geding zijnde datum. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het hoger beroep niet slaagt. Er is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding.