Uitspraak
OVERWEGINGEN
Bij de aangevallen uitspraak - voor zover thans nog van belang - heeft de rechtbank het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen het besluit van het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke Vuilverwerking Leiden en omgeving, waarbij appellant eervol ontslag is verleend op grond van onverenigbaarheid van karakters en een impasse. Appellant was sinds 1 mei 1999 werkzaam bij de organisatie en werd in 2008 op non-actief gesteld na een rapport van Hoffmann Bedrijfsrecherche B.V. dat een gespannen sfeer en intimidatie door appellant aan het licht bracht. Het dagelijks bestuur concludeerde dat er geen uitzicht meer was op herstel van een vruchtbare samenwerking, wat leidde tot het ontslagbesluit van 22 maart 2012. De rechtbank Den Haag had eerder het besluit van het dagelijks bestuur bevestigd, maar appellant stelde dat de impasse grotendeels aan het dagelijks bestuur te wijten was en dat hij recht had op een aanvullende ontslagvergoeding. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het dagelijks bestuur geen overwegend aandeel had in de impasse en dat het ontslag op grond van artikel 8:8 van de Arbeidsvoorwaardenregeling rechtvaardig was. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het hoger beroep van appellant af.