ECLI:NL:CRVB:2015:1225
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R. Kooper
- C.H. Bangma
- B. Barentsen
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van de Staatssecretaris van Financiën voor schade van een ambtenaar in de uitoefening van werkzaamheden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 april 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de aansprakelijkheid van de Staatssecretaris van Financiën voor schade die een ambtenaar heeft geleden in de uitoefening van zijn werkzaamheden. De appellant, werkzaam bij een callcenter, had de staatssecretaris aansprakelijk gesteld voor schade die hij zou hebben opgelopen als gevolg van een voorval op 22 september 2005. De staatssecretaris had eerder zijn verzoek om aansprakelijkheid te erkennen afgewezen, omdat de appellant niet aannemelijk had gemaakt dat de schade een gevolg was van het voorval en dat er geen sprake was van een schending van de zorgplicht door de staatssecretaris.
De Raad heeft overwogen dat er een causaal verband moet bestaan tussen de werkzaamheden van de ambtenaar en de geleden schade. De appellant had in zijn hoger beroep betoogd dat hij voldoende bewijs had geleverd voor de schade en dat de staatssecretaris had nagelaten een werkplekonderzoek uit te voeren. De Raad oordeelde echter dat de staatssecretaris adequaat had gereageerd op de melding van de appellant en dat er geen aanleiding was voor verdergaand onderzoek, gezien de aard van de melding en de bevindingen van het bezoek aan de werkplek.
De Raad concludeerde dat de appellant niet had aangetoond dat de schade was geleden in de uitoefening van zijn werkzaamheden en dat de staatssecretaris niet aansprakelijk was voor de geleden schade. De uitspraak van de rechtbank Rotterdam werd bevestigd, en het hoger beroep van de appellant werd afgewezen. De Raad oordeelde dat er geen proceskostenveroordeling nodig was, en de uitspraak werd openbaar uitgesproken op 16 oktober 2015.