ECLI:NL:CRVB:2015:1156

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
10 april 2015
Publicatiedatum
10 april 2015
Zaaknummer
13-3277 ANW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering nabestaandenuitkering op basis van verzekeringseisen ANW

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 april 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Amsterdam. De appellante, die in Marokko woont, verzocht om een nabestaandenuitkering op basis van de Algemene nabestaandenwet (ANW) na het overlijden van haar echtgenoot. Haar echtgenoot, die in Nederland had gewoond en gewerkt, ontving een ouderdomspensioen op basis van de Algemene Ouderdomswet (AOW) maar was ten tijde van zijn overlijden niet verzekerd onder de ANW. De Sociale verzekeringsbank (Svb) had eerder een verzoek van appellante om een nabestaandenuitkering afgewezen, omdat haar echtgenoot niet voldeed aan de verzekeringseisen van de ANW.

De rechtbank had het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep. Tijdens de zitting op 27 februari 2015 was appellante niet aanwezig, maar de Svb werd vertegenwoordigd door mr. M. Sturmans. Appellante voerde aan dat haar echtgenoot recht had op een ANW-uitkering omdat hij een AOW-uitkering ontving en dat hij zich niet vrijwillig had verzekerd vanwege financiële redenen.

De Centrale Raad van Beroep heeft de overwegingen van de rechtbank en de Svb onderschreven en geconcludeerd dat de echtgenoot van appellante ten tijde van zijn overlijden niet verzekerd was voor de ANW. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door T.L. de Vries, in aanwezigheid van griffier B. Fotchind, en is openbaar uitgesproken op 10 april 2015.

Uitspraak

13/3277 ANW
Datum uitspraak: 10 april 2015
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van
27 mei 2013, 12/5103 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellante] te [woonplaats], Marokko (appellante)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)
PROCESVERLOOP
Appellante heeft hoger beroep ingesteld.
De Svb heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 27 februari 2015. Appellante is niet verschenen. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. M. Sturmans.

OVERWEGINGEN

1.1.
Appellante is gehuwd geweest met [naam echtgenoot]. Haar echtgenoot heeft in Nederland gewoond en gewerkt en is eind 1999 teruggekeerd naar Marokko. Hij ontving vanaf 1 juli 2000 een ouderdomspensioen ingevolge de Algemene Ouderdomswet (AOW). De echtgenote van appellante is op 1 maart 2012 in Marokko overleden. Vervolgens heeft appellante aan de Svb verzocht een nabestaandenuitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet (ANW) aan haar toe te kennen.
1.2.
Bij beslissing op bezwaar van 22 september 2012 (bestreden besluit) heeft de Svb zijn besluit van 4 juni 2012 gehandhaafd, waarbij is geweigerd een nabestaandenuitkering aan appellante toe te kennen, omdat haar echtgenoot ten tijde van zijn overlijden niet verzekerd was ingevolge de ANW.
2. De rechtbank heeft bij de aangevallen uitspraak het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. Zij heeft daartoe overwogen dat de echtgenoot van appellante ten tijde van zijn overlijden niet voldeed aan de voorwaarden om verzekerd te worden geacht ingevolge de ANW.
3. In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat haar echtgenoot een AOW-uitkering ontving en dat zij wegens arbeidsongeschiktheid recht heeft op een ANW-uitkering. Voorts heeft zij aangevoerd dat de echtgenoot zich niet vrijwillig heeft verzekerd, omdat hij de daarvoor geldende premies niet kon betalen.
4. De Raad komt niet tot een ander oordeel dan de Svb en de rechtbank. Hij volstaat met te verwijzen naar de overwegingen in het bestreden besluit en de aangevallen uitspraak. Deze overwegingen worden geheel onderschreven. Daaraan wordt toegevoegd dat gebleken is dat de echtgenoot van appellante ten tijde van zijn overlijden niet vrijwillig verzekerd was voor de ANW, nu een daartoe strekkende aanvraag door de Svb is afgewezen.
5. Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door T.L. de Vries, in tegenwoordigheid van
B. Fotchind als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 10 april 2015.
(getekend) T.L. de Vries
(getekend) B. Fotchind
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de datum van verzending beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden (Postbus 20303, 2500 EH
’s-Gravenhage) ter zake van schending of verkeerde toepassing van bepalingen inzake het begrip kring van verzekerden.

NK