ECLI:NL:CRVB:2015:1073
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige intrekking van bijstandsuitkering en schadevergoeding voor incassokosten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 april 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De appellante, die sinds 1 februari 2003 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, dat haar bijstand met ingang van 10 juni 2012 had ingetrokken. Dit besluit was genomen zonder dat appellante hiertegen bezwaar had gemaakt. Na tussenkomst van haar familie, heeft het college het eerdere besluit van 9 oktober 2012 ingetrokken, maar appellante verzocht om schadevergoeding voor incassokosten die zij had gemaakt in verband met een huurachterstand, als gevolg van de intrekking van haar bijstandsuitkering.
Het college heeft echter slechts een vergoeding van € 44,96 aan wettelijke rente toegekend en het verzoek om verdere schadevergoeding afgewezen. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen dit besluit ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft de Raad de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de wettelijke rente correct was berekend en dat er geen grond was voor een hogere schadevergoeding dan de reeds toegekende wettelijke rente. De Raad heeft daarbij verwezen naar artikel 6:119 van het Burgerlijk Wetboek, dat de omvang en duur van de verplichting tot schadevergoeding bij vertraging in de voldoening van een geldsom normeert. De Raad heeft vastgesteld dat de gestelde schade voortvloeit uit de vertraging in de betaling van de bijstand en dat er geen plaats is voor zelfstandige vergoeding van de incassokosten.
De Raad heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigd en geoordeeld dat het hoger beroep niet slaagde. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter E.C.R. Schut, met O.P.L. Hovens als griffier.