Uitspraak
mr. M.J. van Steenwijk.
OVERWEGINGEN
19 oktober 2011 is aan appellante per 31 januari 2012 een vervolguitkering op grond van de Wet WIA toegekend in de arbeidsongeschiktheidsklasse 45 - 55%.
14 juni 2012 van de verzekeringsarts bezwaar en beroep en het rapport van 15 juni 2012 van de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep.
31 januari 2012. De rechtbank heeft in de aangevallen uitspraak het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. De rechtbank is van oordeel dat de beschikbare gedingstukken geen aanleiding geven tot twijfel aan de juistheid van de conclusies van de verzekeringsartsen per 31 januari 2012. De rechtbank acht daarbij van belang dat appellante is onderzocht door de verzekeringsarts en dat de informatie van de behandelende sector is betrokken bij onderzoek en rapport. In de FML zijn voldoende beperkingen opgenomen, aldus de rechtbank. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft te kennen gegeven dat de beperkingen die zijn aangenomen in het persoonlijk en sociaal functioneren adequaat zijn in het kader van de aanwezige posttraumatische stressstoornis. De stelling van appellante dat met haar psychische klachten niets is gedaan, kan de rechtbank daarom niet volgen. Ook zijn er beperkingen ten aanzien van de fysieke belastbaarheid in de FML opgenomen naar aanleiding van de nek-, rug- en beenklachten. De door appellante ingebrachte brieven van medisch specialisten bevatten informatie die niet afwijkend is van de informatie die uit de behandelende sector al bekend was bij de verzekeringsartsen en geven geen aanleiding tot het aannemen van meer beperkingen. Naar het oordeel van de rechtbank is verder in de arbeidskundige rapporten, in samenhang bezien, afdoende gemotiveerd waarom de aan de schatting ten grondslag gelegde functies geen overschrijdingen opleveren van de belastbaarheid van appellante op de in dit geding relevante datum.
BESLISSING
P.H. Banda als leden, in tegenwoordigheid van M. Crum als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 3 april 2015.