ECLI:NL:CRVB:2015:1009
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de ZW-uitkering van een tekstschrijver na beoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant, die zich op 1 januari 2012 ziek meldde vanwege psychische klachten. Appellant was werkzaam als tekstschrijver bij een re-integratiebedrijf. De verzekeringsarts concludeerde op 14 september 2012 dat appellant weer in staat was zijn werkzaamheden te verrichten, wat leidde tot de beslissing van het Uwv om de ZW-uitkering per 20 september 2012 te beëindigen. Appellant maakte bezwaar tegen deze beslissing, maar het Uwv verklaarde het bezwaar ongegrond.
De rechtbank Noord-Holland verklaarde het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond, waarbij zij oordeelde dat de rapporten van de verzekeringsartsen zorgvuldig tot stand waren gekomen en dat er voldoende rekening was gehouden met de belastbaarheid van appellant. In hoger beroep voerde appellant aan dat zijn behandelend psychiater, R.B. Houtman, hem op 8 augustus 2012 niet geschikt achtte voor werk vanwege te veel stress en beperkte belastbaarheid.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rapporten van de verzekeringsartsen een voldoende medische basis vormden voor de conclusie dat appellant per 20 september 2012 niet ongeschikt was voor zijn arbeid. De Raad vond dat de beperkingen van appellant niet zodanig waren dat hij zijn werkzaamheden als tekstschrijver niet kon verrichten. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees de verzoeken om proceskostenvergoeding af.