Uitspraak
OVERWEGINGEN
29 april 2014.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 maart 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De zaak betreft een geschil over de zorgindicatie van appellante, die door het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ) was geïndiceerd voor Zorgzwaartepakket (ZZP) VV07. Appellante betwistte deze indicatie en stelde dat zij recht had op ZZP LG07, dat beter zou aansluiten bij haar zorgbehoefte. De Raad heeft vastgesteld dat appellante niet heeft aangetoond dat ZZP VV07 niet het juiste pakket is voor haar cliëntprofiel, ondanks de adviezen van adviesbureau Welpart. De Raad oordeelde dat de rechtbank terecht had overwogen dat CIZ niet in strijd met de hoorplicht had gehandeld en dat het vertrouwensbeginsel niet was geschonden. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarbij het beroep van appellante ongegrond was verklaard. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor een kostenveroordeling.