Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot het vergoeden van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 maart 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Breda. De appellant, vertegenwoordigd door mr. N.J. Brouwer, had hoger beroep ingesteld tegen het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) dat zijn WGA-uitkering per 23 januari 2011 zou eindigen. De appellant stelde dat zijn beperkingen niet correct waren ingeschat, vooral na meerdere ziekenhuisopnames en een verslechtering van zijn gezondheid. Het Uwv had eerder vastgesteld dat appellant recht had op een WGA-uitkering, maar na een herkeuring in 2010 was besloten dat hij in aanmerking kwam voor een vervolguitkering, gebaseerd op een arbeidsongeschiktheidspercentage van 45 tot 55%.
De rechtbank had het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, waarbij de medische en arbeidskundige grondslag van het besluit werd onderschreven. In hoger beroep heeft de Raad de argumenten van appellant beoordeeld, maar kwam tot de conclusie dat er geen nieuwe medische gegevens waren die de eerdere inschatting van het Uwv konden onderbouwen. De Raad onderschreef de motivering van de rechtbank en concludeerde dat de beperkingen van appellant niet in significante mate afweken van de eerdere beoordeling.
De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak en wees het verzoek om schadevergoeding af. Er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige medische beoordeling bij het vaststellen van arbeidsongeschiktheid en de gevolgen daarvan voor uitkeringen.