ECLI:NL:CRVB:2014:962
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering bijzondere bijstand voor kosten van vervanging gasfornuis en lamellen
Op 25 februari 2014 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de weigering van bijzondere bijstand voor de kosten van vervanging van een gasfornuis en lamellen. De zaak betreft appellante die op 13 september 2011 bijzondere bijstand heeft aangevraagd ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB) voor een bedrag van € 649,-. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft deze aanvraag op 5 oktober 2011 afgewezen. Het bezwaar van appellante tegen deze afwijzing werd op 30 november 2011 ongegrond verklaard door het college, waarna de rechtbank Amsterdam het beroep tegen dit besluit ook ongegrond verklaarde.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de kosten van woninginrichting en duurzame gebruiksgoederen, zoals in deze zaak, behoren tot de algemene noodzakelijke kosten van het bestaan. Deze kosten dienen in beginsel uit het inkomen van de betrokkene te worden bestreden, hetzij door middel van reservering, hetzij door middel van gespreide betaling. Bijzondere bijstand kan alleen worden verleend indien de kosten voortvloeien uit bijzondere omstandigheden die het onmogelijk maken om deze kosten uit het inkomen te voldoen.
In deze zaak was de kernvraag of de kosten voortvloeien uit bijzondere omstandigheden. De Raad oordeelde dat appellante geen bijzondere omstandigheden had aangevoerd die zouden rechtvaardigen dat zij niet had kunnen reserveren voor de kosten. Het enkele feit dat appellante van een bijstandsuitkering moet rondkomen, werd niet als een bijzondere omstandigheid beschouwd. De Raad bevestigde dat het college de Werkvoorschriften WWB van de gemeente Amsterdam correct had toegepast en dat de situatie van appellante niet onder de bijzondere situaties viel die in deze voorschriften zijn omschreven. De beroepsgrond van appellante dat de rechtbank had moeten beoordelen of het college had moeten afwijken van de Werkvoorschriften, werd verworpen. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.