Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak voor zover aangevochten;
- veroordeelt Zorg en Zekerheid in de proceskosten van betrokkene tot een bedrag van
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 maart 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage van 24 april 2012. De zaak betreft een geschil tussen OWM Zorgverzekeraar Zorg en Zekerheid U.A. en een betrokkene, vertegenwoordigd door mr. drs. R.P. Dielbandhoesing. De Centrale Raad heeft het hoger beroep van Zorg en Zekerheid behandeld, waarbij de vertegenwoordiger van Zorg en Zekerheid, mr. M.N.A. de Zwart, aanwezig was, terwijl de betrokkene en zijn gemachtigde niet verschenen.
De Centrale Raad heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat Zorg en Zekerheid betoogde dat de rechtbank onterecht had geoordeeld over de overschrijding van de beslistermijn en de rechtsbijstand die door een derde was verleend. De Raad verwees naar eerdere rechtspraak, waaronder ECLI:NL:CRVB:2013:BZ3476, en concludeerde dat het betoog van Zorg en Zekerheid niet slaagde. De Raad bevestigde dat een eenmaal overschreden beslistermijn niet meer kan worden opgeschort en dat de rechtsbijstand door de gemachtigde niet als beroepsmatig kon worden aangemerkt.
De Centrale Raad heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en Zorg en Zekerheid veroordeeld in de proceskosten van de betrokkene, begroot op € 487,-. Tevens werd een griffierecht van € 466,- opgelegd aan Zorg en Zekerheid. De uitspraak werd gedaan door J. Brand, in tegenwoordigheid van griffier I.J. Penning, en is openbaar uitgesproken op 21 maart 2014.