Uitspraak
3 mei 2011, 10/5813 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
BESLISSING
D.S. de Vries als leden, in tegenwoordigheid van D. Heeremans als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 26 februari 2014.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 februari 2014 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante, die een aanvraag om bijstand had ingediend op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Appellante, afkomstig uit Estland, verblijft sinds 2001 met haar kinderen in Nederland zonder rechtmatig verblijf. Haar dochter heeft een ernstige ziekte, het TAR-syndroom, en het gezin heeft in het verleden in verschillende opvanghuizen verbleven. De gemeente Amsterdam heeft op humanitaire gronden opvang geregeld voor appellante en haar dochter in een WOU-huis, waar zij leefgeld ontvangen.
De aanvraag van appellante om een uitkering op basis van de WWB werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. De rechtbank Amsterdam verklaarde het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond. In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat zij van alle wettelijke voorzieningen is uitgesloten en dat het leefgeld van € 280,- per maand onvoldoende is om een privé- en gezinsleven op te bouwen.
Tijdens de zitting heeft de advocaat van appellante verklaard dat er geen procesbelang meer is bij het hoger beroep, aangezien de verleende opvang in het WOU-huis als opvang in de zin van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) kan worden aangemerkt. De Raad heeft in een andere uitspraak geoordeeld dat de opvang aan appellante en haar dochter inderdaad als zodanig moet worden beschouwd. Hierdoor is de grond voor het hoger beroep komen te vervallen.
De Centrale Raad van Beroep heeft het hoger beroep van appellante niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van procesbelang. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met W.H. Bel als voorzitter en G. van Zeben-de Vries en D.S. de Vries als leden, in aanwezigheid van griffier D. Heeremans.