ECLI:NL:CRVB:2014:853
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om bijstand wegens onvoldoende gegevens en schending inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 maart 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Haarlem. De appellant, die van 20 februari 2001 tot en met 11 november 2010 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), had in 2011 een aanvraag om bijstand ingediend. Het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer heeft deze aanvraag echter afgewezen, omdat de appellant onvoldoende informatie had verstrekt om zijn recht op bijstand vast te stellen. De appellant heeft geen rechtsmiddelen aangewend tegen deze beslissing.
De rechtbank heeft het beroep van de appellant tegen het besluit van het college ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft de appellant aangevoerd dat hij geen werk, inkomen of vermogen had en dat hij met zijn bedrijf nooit activiteiten heeft uitgeoefend. Hij stelde dat hij in september 2011 de benodigde gegevens had verstrekt, maar het college had zijn aanvraag niet tijdig behandeld. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant niet aan zijn inlichtingenverplichting heeft voldaan, waardoor het college niet in staat was om zijn recht op bijstand te beoordelen. De Raad oordeelde dat de bewijslast voor bijstandbehoevendheid bij de appellant ligt en dat hij niet voldoende objectieve en verifieerbare gegevens heeft overgelegd om zijn financiële situatie aan te tonen.
De Raad concludeerde dat het college terecht heeft gesteld dat de appellant onvoldoende gegevens heeft verstrekt en dat zijn belang om bijstand te ontvangen niet zwaarder weegt dan het belang van het college om de benodigde informatie te ontvangen. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.