Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht, die op 12 oktober 2012 haar beroep tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond verklaarde. Het Uwv had op 11 maart 2011 vastgesteld dat appellante met ingang van 30 maart 2011 geen recht had op een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA), omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt was. De rechtbank oordeelde dat er geen reden was om te twijfelen aan de medische beoordeling door de verzekeringsartsen van het Uwv, die de belastbaarheid van appellante hadden vastgesteld op basis van objectieve medische informatie.
Appellante, die sinds 1 april 2009 uitgevallen was voor haar werkzaamheden als managementassistente, voerde in hoger beroep aan dat haar klachten niet juist waren gewaardeerd en dat zij niet in staat was om de geselecteerde functies te vervullen. De Centrale Raad van Beroep bevestigde echter de uitspraak van de rechtbank, waarbij werd opgemerkt dat de door appellante ingebrachte stukken onvoldoende aanknopingspunten boden voor een ander oordeel. De Raad concludeerde dat de verzekeringsartsen van het Uwv de beperkingen van appellante correct hadden beoordeeld, rekening houdend met haar medische geschiedenis en de somatoforme stoornis.
De Raad oordeelde dat de rechtbank terecht had vastgesteld dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de medische beoordeling en dat de functies die aan de schatting ten grondslag lagen, passend waren voor appellante. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en het verzoek van appellante om schadevergoeding werd afgewezen. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 17 januari 2014.