ECLI:NL:CRVB:2014:752
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.Th. Wolleswinkel
- J.J.A. Kooijman
- C.H. Bangma
- Rechtspraak.nl
Disciplinaire straf van onvoorwaardelijk ontslag voor parkeercontroleur wegens ernstig plichtsverzuim
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, waarbij de appellant, een parkeercontroleur, onvoorwaardelijk ontslag is opgelegd wegens ernstig plichtsverzuim. De appellant had op 30 september 2010 een naheffingsaanslag ontvangen voor het parkeren zonder een geldig parkeerkaartje. In plaats van de regels na te leven, heeft hij geprobeerd de naheffingsaanslag te ontlopen door een verzoek tot vernietiging van de parkeerbon in te vullen en te ondertekenen, wat hij niet bevoegd was te doen. Dit verzoek bevatte onjuiste informatie, wat de situatie verergerde. Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam heeft hem op 1 maart 2011 ontslagen, omdat hij zijn voorbeeldfunctie als handhaver niet had waargemaakt en de regels had overtreden.
De rechtbank heeft het beroep van de appellant tegen het ontslag ongegrond verklaard. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het college terecht heeft gesteld dat de appellant ernstig plichtsverzuim heeft gepleegd. De Raad oordeelde dat de opgelegde disciplinaire straf van ontslag niet onevenredig was, gezien de ernst van de gedragingen van de appellant. De Raad verwierp ook het argument van de appellant dat de straf te zwaar was in vergelijking met de straf die aan een collega was opgelegd, omdat de situaties niet gelijk te stellen waren. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep van de appellant ongegrond.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, met J.Th. Wolleswinkel als voorzitter, en J.J.A. Kooijman en C.H. Bangma als leden. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 6 maart 2014.