ECLI:NL:CRVB:2014:715
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning van huishoudelijke hulp aan appellante met beperkingen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Amstelveen, waarbij haar bezwaar tegen de afbouw van huishoudelijke hulp werd afgewezen. Appellante, een alleenstaande moeder van een drieling, heeft beperkingen door blijvend krachtverlies in haar armen en concentratiestoornissen, wat haar in het dagelijks leven belemmert. In 2008 ontving zij 29 uur hulp bij het huishouden per week, maar na een herindicatie door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) werd dit aantal verlaagd. Het college besloot haar, onder toepassing van de hardheidsclausule, 24 uur hulp per week toe te kennen, wat appellante niet voldoende vond. De rechtbank Amsterdam verklaarde haar beroep ongegrond, waarna appellante in hoger beroep ging. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat appellante met de toekenning van 24 uur huishoudelijke hulp per week in voldoende mate was gecompenseerd voor haar beperkingen. De Raad vond geen aanknopingspunten om anders te oordelen dan de rechtbank en bevestigde de eerdere uitspraak. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.