ECLI:NL:CRVB:2014:683
Centrale Raad van Beroep
- Tussenuitspraak bestuurlijke lus
- K. Wentholt
- R.E. Bakker
- J. Riphagen
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over de weigering van een Wajong-uitkering en de noodzaak van begeleiding in een arbeidsrelatie
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep, gedateerd 19 februari 2014, wordt de weigering van een Wajong-uitkering aan appellant besproken. Appellant had op 1 maart 2010 een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong). Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had op 8 juni 2010 besloten dat appellant geen recht had op een Wajong-uitkering, omdat hij met zijn beperkingen in staat zou zijn om werkzaamheden te verrichten waarmee hij meer dan 75% van het maatmaninkomen kan verdienen. Dit besluit werd in een beslissing op bezwaar van 22 september 2010 bevestigd.
De rechtbank Almelo oordeelde in een tussenuitspraak van 15 februari 2012 dat het Uwv onvoldoende inzichtelijk had gemaakt hoe de beperkingen van appellant zich verhouden tot de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML). De bezwaarverzekeringsarts had een gewijzigde FML opgesteld, maar de rechtbank vond dat het Uwv niet voldoende had gemotiveerd waarom appellant niet in aanmerking kwam voor begeleid werken. Appellant stelde dat hij intensieve begeleiding nodig had, die alleen in een beschermde werkomgeving kan worden geboden.
De Raad oordeelt dat het bestreden besluit van het Uwv een motiveringsgebrek vertoont. De bezwaarverzekeringsarts heeft onvoldoende duidelijk gemaakt wat de mogelijkheden van appellant zijn en waarom de WSW-indicatie niet in aanmerking wordt genomen. De Raad draagt het Uwv op om binnen zes weken het gebrek in het besluit van 22 september 2010 te herstellen, met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak.