Uitspraak
21 juni 2012, 11/3459 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
3. Naar aanleiding van hetgeen partijen in hoger beroep hebben aangevoerd komt de Raad tot de volgende beoordeling.
3.1. Tussen partijen is in geschil of het ongeval dat appellante is overkomen moet worden aangemerkt als een dienstongeval als bedoeld in artikel 54, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie (Barp). Daarvan is, gezien artikel 1, eerste lid, aanhef en onder z, van het Barp, sprake indien het ongeval in overwegende mate zijn oorzaak vindt in de aard van de aan de ambtenaar opgedragen werkzaamheden of in de bijzondere omstandigheden waaronder deze moesten worden verricht en dat niet aan zijn schuld of onvoorzichtigheid is te wijten. Aan artikel 54 van het Barp ligt naar vaste rechtspraak (CRvB 29 juli 2009, ECLI:NL:CRVB:2009:BJ4986) het uitgangspunt ten grondslag dat de overheidswerkgever die de ambtenaar werkzaamheden opdraagt en hem daarmee blootstelt aan een - gelet op de aard van die werkzaamheden of de omstandigheden waaronder zij moeten worden verricht - verhoogd risico, de kosten van geneeskundige behandeling en verzorging die de ambtenaar moet maken als gevolg van een ongeval dat in overwegende mate met dat verhoogde risico verband houdt, voor zijn rekening moet nemen.