Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep tegen de besluiten van 27 oktober 2010 en 7 september 2011 ongegrond;
- vernietigt het besluit van 7 maart 2012.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 februari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Maastricht. De zaak betreft een betrokkene die een aanvraag had ingediend voor hulp bij het huishouden op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het college van burgemeester en wethouders van Heerlen had eerder een persoonsgebonden budget (pgb) toegekend, maar dit werd in een later besluit beperkt. De betrokkene stelde dat zij niet in staat was om zelfstandig huishoudelijke taken uit te voeren, terwijl het college van mening was dat haar zoon deze taken kon verrichten.
De Raad heeft deskundigen ingeschakeld om de situatie van de betrokkene te beoordelen. De deskundige, dr. J.M. Ruijgrok, concludeerde dat de betrokkene in staat was om lichte huishoudelijke werkzaamheden te verrichten, zoals het bereiden van maaltijden. De Raad oordeelde dat er geen reden was om aan te nemen dat de zoon van de betrokkene niet in staat was om huishoudelijke taken te verrichten in de door het college vastgestelde omvang.
De Centrale Raad van Beroep heeft het hoger beroep van het college gegrond verklaard, de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd en het beroep van de betrokkene tegen de besluiten van 27 oktober 2010 en 7 september 2011 ongegrond verklaard. Ook het besluit van 7 maart 2012 werd vernietigd, omdat dit niet volledig tegemoetkwam aan de bezwaren van de betrokkene. De Raad heeft geen proceskostenveroordeling opgelegd.