ECLI:NL:CRVB:2014:593
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsongeschiktheid en WIA-uitkering na medische onderzoeken
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op de hoger beroepen van appellant tegen de uitspraken van de rechtbank 's-Hertogenbosch. Appellant, die als magazijn/heftruckchauffeur werkte, is op 7 oktober 2009 uitgevallen door long- en rugklachten. Na beëindiging van zijn dienstverband is hem een Ziektewet-uitkering toegekend. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft vastgesteld dat appellant kan re-integreren in passend werk, wat leidde tot een Plan van Aanpak. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het Uwv heeft zijn standpunt gehandhaafd. In 2011 heeft appellant een aanvraag voor een WIA-uitkering ingediend, die hem is geweigerd omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. De rechtbank heeft de beroepen van appellant tegen de besluiten van het Uwv ongegrond verklaard, waarbij werd geoordeeld dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat de medische beperkingen van appellant niet waren onderschat.
In hoger beroep heeft appellant zijn eerdere standpunten herhaald, maar de Raad oordeelt dat hij geen nieuwe medische gegevens heeft overgelegd die zijn stellingen onderbouwen. De Raad onderschrijft de oordelen van de rechtbank en bevestigt de aangevallen uitspraken. De Raad concludeert dat er geen aanleiding is om te oordelen dat appellant meer beperkt is dan het Uwv heeft aangenomen. De uitspraak bevestigt de eerdere beslissingen van de rechtbank en wijst de verzoeken om proceskosten af.