ECLI:NL:CRVB:2014:553
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- E.J.M. Heijs
- K.J. Kraan
- C.H. Bangma
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het recht van tijdelijke ambtenaren om als interne kandidaat te solliciteren
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 februari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De appellante, die van 16 september 2008 tot 16 september 2011 in tijdelijke dienst was bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), had bezwaar gemaakt tegen het beleid dat medewerkers met een tijdelijke aanstelling niet als interne kandidaten kunnen solliciteren. Dit beleid zou volgens haar in strijd zijn met de Ambtenarenwet en het non-discriminatiebeginsel. De minister van VWS verklaarde het bezwaar van appellante niet-ontvankelijk, omdat het niet gericht was tegen een voor bezwaar of beroep vatbaar besluit.
De rechtbank had het beroep van appellante ongegrond verklaard, omdat zij geen bezwaar had gemaakt tegen de afwijzing van haar sollicitaties. In hoger beroep betoogde appellante dat haar bezwaar en beroep zich richtten tegen het onwettige beleid van VWS, en niet tegen de afwijzing van haar aanstelling. De Raad voor de Rechtspraak oordeelde dat appellante niet binnen de geldende termijnen had gereageerd op de besluiten van de minister en dat zij niet had bepleit dat de beleidsregel niet had mogen worden toegepast. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het bezwaar van appellante terecht niet-ontvankelijk.
De uitspraak benadrukt dat tegen een beleidsregel geen beroep kan worden ingesteld, maar dat het wel mogelijk is om in beroep te gaan tegen een besluit waarbij de beleidsregel is toegepast. De Raad concludeerde dat de minister de afwijzing van het bezwaar van appellante terecht had gehandhaafd, en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met E.J.M. Heijs als voorzitter, en is openbaar uitgesproken op 20 februari 2014.