ECLI:NL:CRVB:2014:546
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- E.J.M. Heijs
- K.J. Kraan
- C.H. Bangma
- Rechtspraak.nl
Korting op de bezoldiging vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid en de onderbouwing van de arbeidsongeschiktheid in de dienst
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 februari 2014 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de beslissing van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. Appellante, werkzaam bij de afdeling Stedelijke Zorg van de gemeente Rotterdam, had zich ziek gemeld en was gekort op haar bezoldiging vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid. De korting was gebaseerd op artikel 52 van het Ambtenarenreglement Rotterdam, waarbij het college stelde dat appellante onvoldoende feiten had aangedragen ter onderbouwing van haar stelling dat haar arbeidsongeschiktheid was veroorzaakt door haar werkzaamheden.
De Raad heeft vastgesteld dat appellante sinds 2003 werkzaam was bij de gemeente en vanaf 2006 ongewenste omgangsvormen had ervaren van een collega. Ondanks de klachten die appellante had ingediend, concludeerde de Raad dat de omstandigheden niet zodanig buitensporig waren dat deze de arbeidsongeschiktheid konden rechtvaardigen. De Raad oordeelde dat appellante niet voldoende bewijs had geleverd dat haar psychische klachten het gevolg waren van de werkomstandigheden.
De Raad benadrukte dat het aan appellante was om voldoende feiten aan te dragen ter onderbouwing van haar claims. De uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam, die het beroep van appellante ongegrond had verklaard, werd bevestigd. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten, en bevestigde de eerdere uitspraak.