ECLI:NL:CRVB:2014:539
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R. Kooper
- Rechtspraak.nl
Toekenning van militair garantiepensioen en afwijzing van invaliditeitspensioen op basis van medische rapporten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 februari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toekenning van een militair garantiepensioen aan appellant, die niet in aanmerking komt voor een invaliditeitspensioen. De Raad oordeelt dat het bestreden besluit, dat is gebaseerd op medische rapporten, voldoende onderbouwd en deugdelijk gemotiveerd is. Appellant, geboren in 1969, heeft in de jaren '90 als militair gediend en is meerdere keren uitgezonden naar het voormalig Joegoslavië. Na een aantal medische onderzoeken is vastgesteld dat hij lijdt aan een waanstoornis van het paranoïde type, die niet gerelateerd is aan zijn militaire dienst. De Raad concludeert dat de psychische aandoening van appellant al vóór zijn uitzending bestond en dat er geen bewijs is dat de uitzending deze aandoening heeft veroorzaakt of verergerd.
De Raad verwijst naar eerdere uitspraken waarin is vastgesteld dat voor het aannemen van een verergerend dienstverband vereist is dat de ziekte of het gebrek blijvend is verergerd. In dit geval is er enkel sprake van tijdelijke verergering van symptomen, wat niet voldoet aan de voorwaarden voor een verergerend dienstverband. Appellant heeft geen objectieve gegevens aangedragen die de conclusies van de medische rapporten tegenspreken. De Raad wijst ook de stelling van appellant af dat hij lijdt aan een posttraumatische stress-stoornis (PTSS), omdat de betrokken artsen een andere diagnose hebben gesteld en er geen bewijs is van traumatische oorlogservaringen.
Uiteindelijk bevestigt de Centrale Raad van Beroep de aangevallen uitspraak van de rechtbank, die het beroep van appellant ongegrond heeft verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.