Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak
- wijst het verzoek om veroordeling tot schadevergoeding af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de weigering van een WIA-uitkering aan appellant, die jarenlang als stukadoor heeft gewerkt en daarna als bedrijfsleider in loondienst is gegaan. Appellant heeft zich op 12 maart 2009 ziek gemeld vanwege klachten aan zijn heup, rug, schouder en vinger. Het Uwv heeft op basis van verzekeringsgeneeskundig en arbeidskundig onderzoek vastgesteld dat appellant per 10 maart 2011 geen recht heeft op een WIA-uitkering, omdat hij met dezelfde gezondheidsklachten aan de slag ging als voorheen. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het Uwv heeft dit ongegrond verklaard. De rechtbank Groningen heeft het beroep van appellant tegen dit besluit ongegrond verklaard, waarna appellant in hoger beroep is gegaan.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de rechtbank terecht heeft vastgesteld dat de medische beoordeling van het Uwv op goede gronden berust. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat zijn beperkingen niet juist zijn vastgesteld en dat het onderzoek door de arbeidsdeskundige onvolledig was. De Raad heeft echter geoordeeld dat de rechtbank de bevindingen van de bezwaararbeidsdeskundige Van Dam terecht heeft onderschreven. De Raad heeft vastgesteld dat appellant in staat is om zijn eigen werk als bedrijfsleider te verrichten, ondanks zijn gezondheidsklachten.
De Raad heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 19 februari 2014.