ECLI:NL:CRVB:2014:480
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.F. Bandringa
- E.C.R. Schut
- M.F. Wagner
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens schending van de inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) vanwege een schending van de inlichtingenverplichting door appellanten. Appellanten, afkomstig uit voormalig Joegoslavië, ontvingen sinds 14 december 2007 bijstand, maar hebben niet gemeld dat zij inkomsten genereerden uit schoonmaakwerkzaamheden. Dit werd ontdekt na een anonieme melding en een daaropvolgend onderzoek door de sociale recherche. Het college van burgemeester en wethouders van Wijchen heeft de bijstand met terugwerkende kracht ingetrokken en de gemaakte kosten teruggevorderd, wat leidde tot een rechtszaak.
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Arnhem, die het beroep van appellanten tegen het besluit van het college ongegrond verklaarde. De Raad oordeelt dat appellanten niet aannemelijk hebben gemaakt dat zij niet op de hoogte waren van hun verplichtingen om inkomsten te melden. De verklaringen van appellanten en getuigen waren inconsistent en onvoldoende om de werkzaamheden en inkomsten te reconstrueren. De Raad benadrukt dat het aan appellanten was om aan te tonen dat zij recht hadden op bijstand, wat zij niet hebben gedaan.
De Raad concludeert dat de intrekking van de bijstand en de terugvordering van de kosten rechtmatig waren, en dat de door appellanten aangevoerde omstandigheden geen dringende redenen vormden om van het beleid van terugvordering af te wijken. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.