ECLI:NL:CRVB:2014:4456
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake buitenlandbijdrage en inschrijving bij bevoegd orgaan
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant die sinds augustus 2008 in Italië woont en pensioen ontvangt op grond van de Algemene Ouderdomswet en van de Stichting Pensioenfonds Openbare Apothekers. De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 28 maart 2013, waarin het beroep van de appellant tegen een besluit van Zorginstituut Nederland werd gegrond verklaard. Dit besluit betrof de voorlopige jaarafrekening voor 2008, waarbij de buitenlandbijdrage op € 1.182,37 werd vastgesteld. De rechtbank had het bestreden besluit vernietigd, maar de rechtsgevolgen in stand gelaten, omdat de gronden van de appellant niet leidden tot de conclusie dat het besluit inhoudelijk onrechtmatig was.
De appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat hij recht had op zorg volgens de Verordening EEG nr. 1408/71, maar dat hij niet in staat was om zich tijdig in te schrijven bij het bevoegde orgaan in Italië. Hierdoor moest hij een particuliere zorgverzekering afsluiten en lijdt hij schade door de terugwerkende kracht van de buitenlandbijdrage. De Raad overweegt dat de omstandigheid dat de appellant niet tijdig is ingeschreven bij het bevoegde orgaan niet afdoet aan zijn recht op verstrekkingen en de verplichting om een buitenlandbijdrage te betalen. De Raad bevestigt het oordeel van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af, evenals de proceskosten.
De uitspraak is gedaan door J. Brand, in tegenwoordigheid van D. van Wijk als griffier, en is openbaar uitgesproken op 31 december 2014.