ECLI:NL:CRVB:2014:4438

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
24 december 2014
Publicatiedatum
29 december 2014
Zaaknummer
12-6282 AWBZ
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling zorgindicatie door CIZ en de rol van medisch advies in het besluitvormingsproces

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 december 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage. De appellant had een aanvraag ingediend bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor zorg op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). CIZ had de appellant geïndiceerd voor verschillende zorgfuncties, maar de appellant was het niet eens met de beoordeling en had hoger beroep ingesteld. De Raad heeft vastgesteld dat CIZ het medisch advies van hun medisch adviseur, H.M. Laane, correct aan het bestreden besluit ten grondslag heeft gelegd. Er was geen bewijs dat CIZ niet alle relevante medische informatie had meegenomen in hun beoordeling. De appellant had in hoger beroep aangevoerd dat er onvoldoende zorgvuldig onderzoek was gedaan en dat zijn beperkingen te licht waren beoordeeld. De Raad oordeelde echter dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat het medisch advies van 12 mei 2012 voldoende was om het besluit van CIZ te onderbouwen. De diagnose schizofrenie, die later was gesteld, was ten tijde van het bestreden besluit nog niet bekend, waardoor CIZ hier geen rekening mee kon houden. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om benoeming van een deskundige af. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.

Uitspraak

12/6282 AWBZ
Datum uitspraak: 24 december 2014
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage van
17 oktober 2012, 12/5161 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellant] te [woonplaats](appellant)
Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ)
PROCESVERLOOP
Namens appellant heeft mr. R.G. Groen, advocaat, hoger beroep ingesteld en nadere stukken ingediend.
CIZ heeft een verweerschrift en nadere stukken ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 12 november 2014. Voor appellant is verschenen mr Groen. CIZ heeft zich laten vertegenwoordigen door O. Talhaoui.

OVERWEGINGEN

1. De Raad gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden.
1.1.
Appellant heeft op 27 februari 2012 bij CIZ een aanvraag om zorg op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) ingediend.
1.2.
Bij besluit van 20 maart 2012 heeft CIZ appellant geïndiceerd voor de functie Begeleiding Individueel, klasse 1, voor de periode van 20 maart 2012 tot en met
19 maart 2027.
1.3.
Bij besluit van 14 mei 2012 (bestreden besluit) heeft CIZ het bezwaar tegen het besluit van 20 maart 2012 gegrond verklaard, dat besluit ingetrokken en appellant geïndiceerd voor de functies Begeleiding Individueel, klasse 2, voor de periode van 20 maart 2012 tot en met 19 maart 2027 en Persoonlijke Verzorging klasse 1, voor de periode van 20 maart 2012 tot en met 19 maart 2014. Aan dit besluit heeft CIZ een medisch advies van H.M. Laane, medisch adviseur CIZ, van 12 mei 2012 ten grondslag gelegd. De medisch adviseur heeft vastgesteld dat sprake is van fors verminderd psychisch functioneren met fors verlaagd psychosociaal welbevinden. CIZ heeft de beperkingen op het gebied van de sociale redzaamheid vastgesteld op matig en ernstig op het gebied van psychisch functioneren. CIZ heeft bij de indicatie van belang geacht dat behandeling van de psychische klachten op grond van de Zorgverzekeringswet voorliggend is op de inzet van AWBZ-zorg. Ten behoeve van zijn zelfstandig functioneren en zijn deelname aan het maatschappelijke verkeer kan appellant tevens een beroep doen op de Wet maatschappelijke ondersteuning en cliëntondersteuning door MEE. CIZ heeft voorts van belang geacht dat de medisch adviseur heeft vastgesteld dat appellant fysiek in staat is om zichzelf te verzorgen maar hij daartoe niet komt vanwege zijn psychiatrische problematiek. Vanwege duidelijke kans op antirevaliderend effect moet daarom voor Persoonlijke Verzorging zo weinig mogelijk hulp worden ingezet.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard.
3. Appellant heeft zich in hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak gekeerd. Hij heeft zich op het standpunt gesteld dat onvoldoende zorgvuldig onderzoek heeft plaatsgevonden, zijn beperkingen als te licht zijn beoordeeld en sprake is van toenemende psychiatrische problematiek. Appellant heeft verder verzocht om benoeming van een deskundige.
4.1.
Naar het oordeel van de Raad heeft de rechtbank met juistheid geoordeeld dat CIZ het medisch advies van 12 mei 2012 aan het bestreden besluit ten grondslag heeft kunnen leggen. Niet is gebleken dat bij dit medisch advies geen rekening is gehouden met alle op dat moment over appellant bekende medische informatie of dat die informatie miskend is. Uit de door appellant in hoger beroep overgelegde medische informatie van GGZ Delfland, van onder meer 20 oktober 2014, blijkt dat de diagnose schizofrenie is gesteld vanaf oktober 2012. Deze diagnose was ten tijde van het nemen van het bestreden besluit nog niet aan de orde, zodat CIZ daarmee geen rekening heeft kunnen houden. CIZ zal deze diagnose dan ook eerst bij een eventuele nieuwe aanvraag kunnen betrekken. Voor het benoemen van een deskundige bestaat gelet op het voorgaande geen aanleiding.
4.2.
Uit hetgeen onder 4.1 is overwogen, volgt dat het hoger beroep niet slaagt en dat de aangevallen uitspraak moet worden bevestigd.
5. Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door J. Brand, in tegenwoordigheid van D. van Wijk als griffier.
De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 24 december 2014.
(getekend) J. Brand
(getekend) D. van Wijk

JL