Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van betrokkene in hoger beroep tot een bedrag van € 1.236,70;
- bepaalt dat van het Uwv een griffierecht van € 466,- wordt geheven.
Centrale Raad van Beroep
Op 19 december 2014 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). De zaak betreft een geschil tussen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (appellant) en een betrokkene die in eerste instantie geen recht op een WIA-uitkering kreeg toegewezen. De rechtbank Haarlem had eerder het beroep van de betrokkene gegrond verklaard en het besluit van de appellant vernietigd, wat leidde tot het hoger beroep van de appellant. Tijdens de procedure is een neurologische expertise uitgevoerd door neuroloog A.H.C. Geerlings, die concludeerde dat de betrokkene op de datum in geding niet in staat was tot het verrichten van arbeid. Appellant heeft vervolgens op 2 juni 2014 een nieuw besluit genomen, waarbij aan de betrokkene een loongerelateerde WGA-uitkering werd toegekend, wat leidde tot een schikking tussen partijen. De Raad oordeelde dat het hoger beroep van de appellant niet slaagde en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, met verbetering van gronden. Tevens werd de appellant veroordeeld in de proceskosten van de betrokkene, die op € 1.236,70 werden vastgesteld, inclusief griffierecht van € 466,-. De uitspraak werd openbaar gedaan op dezelfde datum.