ECLI:NL:CRVB:2014:431
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- R.E. Bakker
- K. Wentholt
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering op basis van volledige arbeidsongeschiktheid bij aanvang verzekering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 31 januari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Alkmaar. De appellant, die een WIA-uitkering aanvroeg, was van mening dat hij recht had op deze uitkering, omdat hij bij aanvang van zijn verzekering niet volledig arbeidsongeschikt was. De Raad heeft echter vastgesteld dat de appellant bij aanvang van zijn verzekering op 4 juli 2008 reeds ernstige gezondheidsklachten had, waaronder een rugaandoening en vaatproblemen, die zijn mobiliteit ernstig belemmerden. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de medische en arbeidskundige grondslagen van het besluit van het Uwv om de uitkering te weigeren, voldoende waren onderbouwd.
De Raad heeft de argumenten van de appellant, die stelde dat hij ondanks zijn klachten in staat was om te werken, niet gevolgd. De Raad concludeerde dat de appellant, gezien zijn gezondheidsproblemen, niet in staat was om zijn werkzaamheden als general trader te verrichten. De rechtbank had terecht geoordeeld dat de appellant bij aanvang van zijn verzekering al volledig arbeidsongeschikt was en dat er geen andere passende functies voor hem beschikbaar waren. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep van de appellant niet slaagde.
De uitspraak benadrukt het belang van medische gegevens en de beoordeling van arbeidsongeschiktheid bij aanvragen voor WIA-uitkeringen. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.