ECLI:NL:CRVB:2014:4281
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding in zorgindicatiezaak
Op 17 december 2014 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 14/5076 AWBZ. Het hoger beroep was ingesteld door appellante tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag van 20 augustus 2014. De Centrale Raad oordeelde dat het ingediende beroepschrift geen gronden bevatte, zoals vereist volgens artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De gemachtigde van appellante kreeg de kans om dit verzuim te herstellen, maar heeft de gestelde termijnen ongebruikt laten verstrijken. Hierdoor was er geen sprake van een ontvankelijk hoger beroep. De Raad concludeerde dat er geen redenen waren die het verzuim konden verontschuldigen, en verklaarde het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk. De uitspraak werd gedaan door J. Brand, met T. Hemelrijk-van den Oudenalder als griffier, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, en belanghebbenden hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak verzet aan te tekenen.