ECLI:NL:CRVB:2014:426
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Beuker-Tilstra
- R. Kooper
- B.J. van de Griend
- Rechtspraak.nl
Militair invaliditeitspensioen en de beoordeling van dienstverband bij spier- en gewrichtsklachten
In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep op 13 februari 2014, gaat het om de toekenning van een militair invaliditeitspensioen aan een betrokkene die sinds 1972 werkzaam was bij het Ministerie van Defensie. Betrokkene is in 1987 uitgevallen door diverse medische klachten, waaronder een organisch psychosyndroom. In 1998 werd hem een invaliditeitspensioen toegekend, berekend op 40% invaliditeit. In 2009 werd dit herzien naar 50% op basis van psychische klachten, maar niet voor de spier- en gewrichtsklachten die hij meldde. De rechtbank had eerder het besluit van de Minister van Defensie vernietigd, omdat deze onvoldoende had gemotiveerd waarom de spier- en gewrichtsklachten niet onder het dienstverband vielen. De Centrale Raad van Beroep oordeelde echter dat de rechtbank had moeten wachten op de resultaten van aanvullende medische onderzoeken die in gang waren gezet. De Raad concludeerde dat de Minister niet onzorgvuldig had gehandeld en dat de eerdere erkenning van een onrechtmatige daad niet automatisch betekende dat er ook een dienstverband voor de spier- en gewrichtsklachten moest worden aangenomen. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van de Minister gegrond, waarbij de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand bleven. Tevens werd de Minister veroordeeld tot betaling van proceskosten aan de betrokkene.