ECLI:NL:CRVB:2014:4255
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bijzondere bijstand en procesbelang
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 december 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. De zaak betreft een aanvraag van appellanten voor bijzondere bijstand in de kosten van een cartridge, papier en het aangetekend verzenden van stukken. Het college van burgemeester en wethouders van Peel en Maas heeft de aanvraag aanvankelijk buiten behandeling gesteld en later afgewezen. Appellanten hebben hiertegen bezwaar gemaakt, maar het college verklaarde dit bezwaar niet-ontvankelijk, omdat het besluit waartegen bezwaar was gemaakt, was herroepen.
De rechtbank heeft het beroep van appellanten tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, waarna appellanten in hoger beroep zijn gegaan. Tijdens de zitting op 25 november 2014 zijn appellanten verschenen, terwijl het college werd vertegenwoordigd door mr. A.F. van de Vlekkert. De Raad heeft in zijn overwegingen benadrukt dat voor het aannemen van voldoende procesbelang niet alleen een formeel of principieel belang voldoende is, maar dat er ook daadwerkelijk een resultaat moet zijn dat betekenis heeft voor de indiener.
Appellanten stelden dat zij onterecht gedwongen waren om een bezwaarschrift in te dienen, wat hen kosten heeft gekost. De Raad oordeelde echter dat er geen procesbelang was, omdat appellanten niet tijdig om vergoeding van deze kosten hadden verzocht. Uiteindelijk heeft de Raad het hoger beroep verworpen en de uitspraak van de rechtbank bevestigd, zonder aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.