ECLI:NL:CRVB:2014:423
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- E.J.M. Heijs
- K.J. Kraan
- C.H. Bangma
- Rechtspraak.nl
Weigering aanpassing werkmodaliteit voor medewerkers Parketpolitie
In deze zaak gaat het om de weigering van de korpschef van politie om de werkmodaliteit van appellanten, medewerkers van de Parketpolitie, aan te passen van een schema van vijf dagen acht uur naar vier dagen negen uur per week. De appellanten hebben deze wijziging aangevraagd om persoonlijke redenen, waaronder zorgtaken en studie. De korpschef heeft echter aangegeven dat honorering van deze verzoeken zou leiden tot een vermindering van het aantal opkomstmomenten per week, wat een zwaarwegend dienstbelang met zich meebrengt. De korpschef heeft advies ingewonnen bij de commissie werkmodaliteiten, die niet unaniem was in haar oordeel. De meerderheid van de commissie concludeerde dat de verzoeken niet konden worden ingewilligd vanwege de impact op de bedrijfsvoering van de Parketpolitie.
De rechtbank 's-Hertogenbosch heeft de beroepen van de appellanten tegen de afwijzing van hun verzoeken ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat de korpschef niet verplicht was om een nadere belangenafweging te maken ten aanzien van de persoonlijke belangen van de appellanten, aangezien het dienstbelang zwaarder weegt. In hoger beroep hebben de appellanten betoogd dat de korpschef door de krappe formatie geen ruimte laat voor de mogelijkheid om aan hun verzoeken tegemoet te komen. De Centrale Raad van Beroep heeft in haar uitspraak bevestigd dat de korpschef beleidsvrijheid heeft bij het vaststellen van werktijden en dat er sprake is van een zwaarwegend dienstbelang dat zich verzet tegen de honorering van de verzoeken.
De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd en geoordeeld dat de korpschef terecht heeft geweigerd de werkmodaliteit aan te passen. De beslissing van de Raad is openbaar uitgesproken op 13 februari 2014.