ECLI:NL:CRVB:2014:415
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep en schadevergoeding in WAO-zaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 februari 2014 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De zaak betreft een intrekking van het hoger beroep omdat het Uwv alsnog volledig aan appellante is tegemoetgekomen. De Raad heeft eerder op 17 mei 2013 een tussenuitspraak gedaan waarin het Uwv werd opgedragen om een gebrek in hun besluit van 27 september 2010 te herstellen. Na de gewijzigde beslissing op bezwaar van het Uwv op 31 mei 2013, heeft appellante op 24 september 2013 het hoger beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van proceskosten en wettelijke rente.
De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv bereid is om de wettelijke rente over de ten onrechte niet betaalde verhoging van de WAO-uitkering vanaf 11 mei 2010 te vergoeden. De Raad heeft de proceskosten van appellante begroot op € 730,50 in beroep en € 487,- in hoger beroep. De uitspraak is gedaan in het openbaar en de Raad heeft het Uwv veroordeeld tot vergoeding van de schade en de proceskosten van appellante tot een totaalbedrag van € 1217,50.
De uitspraak is gedaan op basis van de artikelen 8:73a en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht, die bepalen dat in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener, het bestuursorgaan kan worden veroordeeld tot schadevergoeding en proceskostenvergoeding. De Raad heeft ook verwezen naar eerdere uitspraken voor de berekening van de wettelijke rente.