ECLI:NL:CRVB:2014:4065
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van Wajong-uitkering op basis van arbeidsongeschiktheidsevaluatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 december 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Haarlem. Appellante, geboren op 6 juli 1989, had op 26 juli 2011 een uitkering op grond van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong) aangevraagd vanwege psychische klachten. Het Uwv heeft vastgesteld dat zij 75% van het minimumloon kan verdienen, waardoor zij niet in aanmerking komt voor de Wajong-uitkering. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het Uwv heeft dit ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen dit besluit eveneens ongegrond verklaard, waarbij zij oordeelde dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd.
In hoger beroep heeft appellante volgehouden dat haar beperkingen te licht zijn ingeschat. De Raad heeft echter geoordeeld dat de rechtbank de gronden van appellante afdoende heeft besproken en dat er geen aanknopingspunten zijn om de bevindingen van de verzekeringsarts bezwaar en beroep te betwijfelen. De verklaringen van de sociaal psychiatrisch verpleegkundige en de moeder van appellante zijn niet als voldoende objectieve medische onderbouwing voor haar standpunt aangemerkt. De Raad concludeert dat de beperkingen van appellante correct zijn gewaardeerd en dat de geselecteerde functies passend zijn. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.