ECLI:NL:CRVB:2014:4047
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- C.H. Bangma
- W.J.A.M. van Brussel
- Rechtspraak.nl
Disciplinaire straf van schriftelijke berisping wegens toerekenbaar plichtsverzuim van een ambtenaar
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin de disciplinaire straf van schriftelijke berisping aan appellant is opgelegd wegens toerekenbaar plichtsverzuim. Appellant, werkzaam bij de gemeente Amsterdam, heeft zich schuldig gemaakt aan verschillende misdragingen, waaronder het onterecht declareren van kosten voor een privételefoontoestel, bureaukosten en een etentje zonder zakelijk karakter. De Centrale Raad van Beroep heeft op 4 december 2014 uitspraak gedaan en de eerdere beslissing van de rechtbank bevestigd.
De feiten van de zaak zijn als volgt: appellant was vanaf 2007 gedetacheerd bij de gemeente Amsterdam en had verschillende functies, waaronder concerncontroller. In 2010 werd hij betrokken bij de stichting Interim Regiopool Noordvleugel, die zich richtte op gemeentelijk management. Vanwege vermoedens van misdragingen heeft de stadsdeelsecretaris een onderzoek laten uitvoeren, waaruit bleek dat appellant zich niet aan de regels heeft gehouden. De disciplinaire maatregel werd opgelegd op basis van de Nieuwe Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam (NRGA).
Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat er geen sprake is van plichtsverzuim, maar de Raad oordeelt dat de gedragingen van appellant wel degelijk plichtsverzuim opleveren. De opgelegde straf is niet onevenredig aan de ernst van het plichtsverzuim, en de Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De beslissing van de Centrale Raad van Beroep is openbaar uitgesproken op 4 december 2014.