ECLI:NL:CRVB:2014:3959

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
28 november 2014
Publicatiedatum
28 november 2014
Zaaknummer
12-2903 WAO
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Herziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake arbeidsongeschiktheid

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 november 2014 uitspraak gedaan op het verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 22 februari 2012. Verzoeker, die in Marokko woont, heeft verzocht om herziening van de uitspraak waarin zijn uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering was ingetrokken. De Raad heeft in zijn eerdere uitspraak de beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om het verzoek om terug te komen van het besluit van 11 oktober 1989 af te wijzen, bevestigd. Verzoeker heeft aangevoerd dat hij arbeidsongeschikt is en onder medische behandeling staat, maar de Raad oordeelt dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die een herziening rechtvaardigen. Volgens artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan een onherroepelijke uitspraak alleen worden herzien op basis van feiten die vóór de uitspraak hebben plaatsgevonden en die de indiener van het verzoek niet bekend waren. De Raad heeft vastgesteld dat verzoeker geen nieuw feit of nieuwe omstandigheid heeft aangedragen die tot een andere uitspraak zou hebben kunnen leiden. Daarom wordt het verzoek om herziening afgewezen. De uitspraak is gedaan door E.E.V. Lenos, in aanwezigheid van J.C. Hoogendoorn als griffier, en is openbaar uitgesproken op 28 november 2014.

Uitspraak

12/2903 WAO
Datum uitspraak: 28 november 2014
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het verzoek om herziening van de uitspraak van de Raad van 22 februari 2012, 11/2598
Partijen:
[verzoeker] te [woonplaats], Marokko (verzoeker)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
PROCESVERLOOP
Verzoeker heeft verzocht om herziening van de uitspraak van de Raad van 22 februari 2012,
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is ter behandeling aan de orde gesteld op de zitting van 17 oktober 2014. Partijen zijn niet verschenen.

OVERWEGINGEN

1.1.
Op grond van artikel 8:88, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), in verbinding met artikel 21 van de Beroepswet, kan een onherroepelijk geworden uitspraak van de Raad, op verzoek van een partij, worden herzien op grond van feiten of omstandigheden die:
a. hebben plaatsgevonden vóór de uitspraak;
b. bij de indiener van het verzoekschrift vóór de uitspraak niet bekend waren en redelijkerwijs niet bekend konden zijn, en
c. waren zij bij de Raad eerder bekend geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben kunnen leiden.
1.2.
Bij de uitspraak waarvan verzoeker om herziening vraagt, heeft de Raad de uitspraak van 29 maart 2011, 10/1504 van de rechtbank Amsterdam bevestigd. Daarbij is overwogen dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat het Uwv het verzoek om terug te komen van het besluit van 11 oktober 1989, waarin de aan verzoeker toegekende uitkering ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering is ingetrokken, heeft kunnen afwijzen.
2. Verzoeker heeft aan het verzoek om herziening ten grondslag gelegd dat hij arbeidsongeschikt is en onder medische behandeling staat.
3.1.
Volgens vaste rechtspraak van de Raad (bijvoorbeeld de uitspraak van 3 oktober 2003, ECLI:NL:CRVB:2003:AN7982), is het (bijzondere) rechtsmiddel van herziening niet gegeven om anders dan op grond van enig nieuw feit of enige nieuwe omstandigheid als bedoeld in artikel 8:88 van de Awb in verbinding met artikel 21 van de Beroepswet, een hernieuwde discussie over de betrokken zaak te voeren en evenmin om een discussie over de juistheid van de betrokken uitspraak te openen. Niet gebleken is dat verzoeker enig nieuw feit of enige nieuwe omstandigheid, zoals bedoeld in artikel 8:88 van de Awb, naar voren heeft gebracht.
3.2.
Uit 3.1 vloeit voort dat het verzoek om herziening van voormelde uitspraak van de Raad moet worden afgewezen.
4. Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening af.
Deze uitspraak is gedaan door E.E.V. Lenos, in tegenwoordigheid van J.C. Hoogendoorn als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 28 november 2014.
(getekend) E.E.V. Lenos
(getekend) J.C. Hoogendoorn

HD

DÉCISION

La Centrale Raad van Beroep (Cour d’Appel Centrale)
statue:
Rejète la demande de révision.
Par conséquent, décidée par E.E.V. Lenos en présence de J.C. Hoogendoorn en qualité de greffer, ainsi que prononcée en public, le 28 novembre 2014.