ECLI:NL:CRVB:2014:3883
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor dubbele huur en verhuis- en inrichtingskosten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 november 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag voor bijzondere bijstand door appellante, die kosten voor dubbele huur en verhuis- en inrichtingskosten wilde vergoed krijgen. De aanvraag was afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer, omdat er volgens hen geen bijzondere omstandigheden waren die deze kosten rechtvaardigden.
Appellante had in mei 2012 een zelfstandige woonruimte gehuurd en had op 23 mei 2012 aanvragen ingediend voor bijzondere bijstand. De aanvragen werden op 5 juni 2012 afgewezen, en het college verklaarde de bezwaren tegen deze afwijzing ongegrond in een besluit van 11 september 2012. De rechtbank had het beroep van appellante tegen dit besluit ongegrond verklaard, waarop zij in hoger beroep ging.
In hoger beroep voerde appellante aan dat zij niet in staat was om te reserveren voor de kosten en dat zij altijd probeerde haar familieleden in Suriname te ondersteunen. De Raad oordeelde echter dat appellante, die sinds 2006 bij haar dochter en schoonzoon woonde, had kunnen reserveren voor de kosten van de verhuizing, aangezien deze situatie als tijdelijk was bedoeld en er geen urgentieverklaring was afgegeven. De Raad concludeerde dat de kosten voor het levensonderhoud van haar familieleden in Suriname geen bijzondere omstandigheden vormden die recht gaven op bijzondere bijstand.
Uiteindelijk bevestigde de Centrale Raad van Beroep de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep van appellante ongegrond. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.