ECLI:NL:CRVB:2014:3878
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsverlening wegens tekortkomingen in inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 november 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Midden-Nederland. De appellant had op 19 maart 2012 een aanvraag voor bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB) ingediend, maar heeft niet de nodige duidelijkheid verschaft over zijn woonsituatie. Het college van burgemeester en wethouders van Utrecht heeft de aanvraag afgewezen, omdat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij op het opgegeven adres woonde. Tijdens een gesprek op 26 april 2012 ontstonden twijfels over zijn woonadres, vooral omdat hij verklaarde sinds september 2011 niet meer bij zijn echtgenote te wonen, terwijl hij nog steeds kosten voor de echtelijke woning betaalde.
Nader onderzoek door het college bevestigde de twijfels, en appellant heeft geen huurcontract of bewijs van betaling voor de woning op het opgegeven adres overgelegd. Ondanks zijn verklaringen in hoger beroep over zijn afwezigheid tijdens huisbezoeken en uitnodigingen, heeft de Raad geoordeeld dat appellant tekort is geschoten in zijn inlichtingenverplichting. De Raad benadrukte dat het essentieel is voor een aanvrager om volledige en juiste informatie te verstrekken over zijn woonadres om recht op bijstand vast te kunnen stellen.
De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De beslissing is openbaar uitgesproken en ondertekend door de rechter en de griffier.