ECLI:NL:CRVB:2014:3685
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake niet-ontvankelijk verklaring bezwaar bijzondere bijstand
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 november 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De zaak betreft de niet-ontvankelijk verklaring van een bezwaar dat appellant, vertegenwoordigd door R.V. Tjon, had ingediend tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Almere. Het college had op 4 september 2012 bijzondere bijstand verleend voor woninginrichting, maar had het bezwaar van appellant tegen de weigering van bijzondere bijstand voor kleding niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank had in haar uitspraak geoordeeld dat appellant niet tijdig bezwaar had gemaakt, maar de Raad kwam tot de conclusie dat appellant wel degelijk vóór het verstrijken van de bezwaartermijn bezwaar had gemaakt. De Raad oordeelde dat de rechtbank dit niet had onderkend en dat de zaak inhoudelijke behandeling door de rechtbank behoeft. De Raad heeft de aangevallen uitspraak vernietigd en de zaak terugverwezen naar de rechtbank Midden-Nederland voor verdere behandeling. Tevens is het college veroordeeld in de proceskosten van appellant, die zijn begroot op € 974,-, en moet het college het griffierecht van € 118,- vergoeden aan appellant.