ECLI:NL:CRVB:2014:3623
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- J.J.A. Kooijman
- B.J. van der Net
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om functieonderhoud in het kader van de Politiewet 2012
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 november 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De appellant, werkzaam als veiligheidsadviseur, had verzocht om functieonderhoud op basis van de Tijdelijke regeling functieonderhoud politie. De korpschef had dit verzoek afgewezen, met de stelling dat de werkzaamheden van de appellant binnen de bandbreedte van de organieke functie Expert C vallen. De rechtbank had het beroep van de appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
De Raad heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat het afbreukrisico van de werkzaamheden van de appellant als veiligheidsadviseur voldoende in de functietypering is neergelegd. De appellant voerde aan dat het afbreukrisico bij zijn werkzaamheden als veiligheidsadviseur veel hoger is dan bij zijn dagelijkse werkzaamheden als Expert C, maar de Raad oordeelde dat de korpschef terecht had gesteld dat het afbreukrisico in de functietypering adequaat was weergegeven. De Raad benadrukte dat het niet gaat om de vergelijking van de werkzaamheden van de veiligheidsadviseur met de dagelijkse werkzaamheden van een Expert C, maar om de vraag of de werkzaamheden wezenlijk afwijken van de functiebeschrijving.
Uiteindelijk concludeerde de Raad dat de appellant er niet in was geslaagd aannemelijk te maken dat zijn werkzaamheden wezenlijk afweken van de voor hem geldende functiebeschrijving. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling tot vergoeding van proceskosten.