ECLI:NL:CRVB:2014:357
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van vervoers- en woonvoorzieningen op basis van medische indicatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 februari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Haarlem. Appellante had verzocht om een vervoersvoorziening (scootmobiel/gesloten buitenwagen) en een woonvoorziening (ligbad) op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning, vanwege haar medische klachten. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer had deze aanvragen geweigerd, gebaseerd op een advies van Argonaut Advies B.V. dat stelde dat er vanuit medisch oogpunt geen indicatie bestond voor de gevraagde voorzieningen.
De rechtbank had het beroep van appellante tegen het bestreden besluit gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand gelaten. De rechtbank oordeelde dat appellante ten onrechte niet was gehoord in de bezwaarprocedure, maar dat het college in redelijkheid had kunnen afzien van de verstrekking van de woonvoorziening, aangezien het ligbad slechts om therapeutische redenen was aangevraagd en appellante geen belemmeringen ondervond bij zelfreiniging. Ook had de rechtbank geoordeeld dat appellante onvoldoende had aangetoond dat zij om medische redenen beperkt was in het gebruik van een vervoersvoorziening.
In hoger beroep heeft appellante haar standpunt herhaald en verwezen naar een verklaring van haar orthopedisch chirurg, waarin zij haar medische beperkingen uiteenzet. De Raad heeft echter geoordeeld dat de rapporten van Argonaut zorgvuldig tot stand zijn gekomen en dat appellante niet voldoende medische informatie heeft overgelegd die haar verzoeken ondersteunt. De Raad concludeert dat het hoger beroep niet slaagt en bevestigt de aangevallen uitspraak, voor zover deze is aangevochten. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.